Blog Layout

Mijn Verhaal
Martine Folkersma • aug. 30, 2020
Op een vroege warme zondagochtend in augustus van het jaar 1974, werd ik geboren als derde dochter in een domineesgezin dat uiteindelijk acht kinderen groot zou worden. Als een van de oudsten was het van jongs af aan flink meewerken. Ik hoorde bij ‘de groten’ en er moest gezorgd worden voor het huishouden en ‘de kleintjes’, zoals mijn moeder ze noemde. Daar is de helper in mij geboren. Hoewel ik ook een vechtersbaas was, waarbij mijn zus boven en broer onder mij het nogal eens moesten ontgelden, zorgde ik als een moedertje in de dop voor de kleintjes en mijn pop, waaraan ik verknocht was. Daarnaast poetste ik, al dan niet vrijwillig, heel wat af in huis. Buiten de deur was ik een wildebras. Voetballen, slootjespringen, crossen op de fiets, daar was ik een echt jongensmeisje. ‘Je talenten gebruiken’, ‘niet zeuren’ en ‘wat jij ervan vindt dat doet er niet zo toe’, waren de boodschappen die ik kreeg. Dat was hoe mijn ouders het ook hadden meegekregen.

Hard werken en mijn best doen, werd me dus met de paplepel ingegoten. Het bracht me veel, maar had ook zijn keerzijde. Blinkende rapporten op de basisschool, daarna het vwo en toen studeren. Waar de helper in mij vanaf de derde klas middelbare school al droomde van een studie geneeskunde, trok de liefde voor muziek mij naar het conservatorium. Al na een aantal jaren in de muziek, begon mijn zorghart echter steeds harder te kloppen. Ik besloot een switch naar verpleegkunde te maken, een flinke kluif naast het runnen van mijn gezin met mijn drie eigen kleintjes. Maar hard werken had ik jong geleerd, dus in sneltreinvaart had ik dat diploma binnen en was ik ‘zuster’ op een afdeling longoncologie. Daar kon mijn helpershart bloeien. Ik voelde me in mijn element. De boodschap om al je talenten te gebruiken had zich in mij inmiddels ook vertaald naar ambitie en bevlogenheid, dus al snel wilde ik verder. Een specialisatie, nog een opleiding, een pre-master een master… Het bracht me tot zorgmanager, een prachtig vak waarin ik wilde helpen bij het verbeteren van het complexe zorglandschap. Wat ik in de tussentijd echter niet geleerd had was maat houden, mijn eigen grenzen voelen en die ook respecteren. Wat ik ervan vond, deed er immers niet zo toe, zo was de boodschap vroeger. Zo had ik al jong geleerd om me af te sluiten van mijn gevoel. Ik was op zolder gaan leven, in mijn hoofd, uit contact met wat zich daaronder afspeelde. Ook had ik inmiddels een sterke interne criticus ontwikkeld, dus het was nooit goed genoeg. Ik ging steeds harder werken. Hoewel ik dat verbazingwekkend lang wist vol te houden zonder eigenlijk in de gaten te hebben hoe slecht het met me ging, ik leefde immers op zolder, leidde dat uiteindelijk tot een burn-out. 

Na een periode met intensieve therapie en mindfulness, wist ik mij terug te werken en gaf ik opnieuw leiding in verschillende zorgorganisaties. De geest was echter uit de fles. Ik was begonnen met voelen, mijn lichaam kreeg de kans om haar verhaal te vertellen en dat begon steeds harder aan mijn deur te kloppen. Mijn aandacht wilde ik besteden aan de zorg voor mijn medewerkers, maar de realiteit was dat ik mijn tijd vooral werd opgeslokt door de harde kant van het managen, achter mijn laptop en in talloze overleggen. Mijn werkdagen werden opnieuw steeds langer, om toch ook maar tijd en aandacht aan mijn mensen te kunnen besteden. Maar hoe hard ik ook werkte, daarin bleef ik naar mijn idee vreselijk tekortschieten. Inmiddels had ik geleerd om naar mijn gevoel te luisteren en dat heb ik toen gedaan. Ik nam een sabbatical om stil te kunnen staan bij de vraag hoe ik meer mijn hart zou kunnen volgen in mijn werk. 

Dat moest natuurlijk gaan over verbinding, contact met mensen en hoe ik die zou kunnen helpen en laten bloeien. Er volgden coachingsopleidingen, een opleiding tot therapeut, een opleiding tot mindfulnesstrainer en allerlei aanvullende cursussen. Daarin ben ik mezelf écht tegengekomen, kon ik niet meer weglopen voor mijn gevoel, wilde ik dat uiteindelijk ook niet meer. Daar geloofde ik niet meer in. Integendeel, ik wilde me daar juist heel bewust van zijn, mezelf eindelijk erkennen. Dat het er wel toe doet wat ík wil en dat ik naast hard werken ook mag ontspannen, er gewoon mag zijn, zonder iets te hoeven doen of presteren. Dat dat de modus is van waaruit ik anderen écht kan helpen.

Zo is mijn praktijk voor coaching, lichaamswerk en mindfulness gegroeid. Ik ben thuisgekomen bij dat wat ik hier te doen heb: mensen helpen. 

Op de hoogte blijven?

Neem contact met ons op

Mijn verhaal achter Coach & Cranio

door Martine Folkersma 07 okt., 2021
In de aanloop naar een nieuwe 8-weekse training en geïnspireerd door een opleiding die ik nu volg, hieronder een blog waarmee ik graag opnieuw een lans breek voor mindfulness. Je kunt je nog opgeven voor de training die start na de herfstvakantie: https://www.coachencranio.nl/agenda4 . Mindfulness is een krachtig instrument. Het helpt ons staande te blijven te midden van alles wat het leven op ons pad brengt (de hele catastrofe noemt Jon Kabat-Zinn - de godfather van de westerse mindfulness - dat). En die kracht zit hem in de eenvoud. Het is zo simpel. We hoeven alleen maar opmerkzaam te zijn. Maar ook al is het simpel, het is niet makkelijk. Opmerkzaamheid is een vaardigheid die je kunt aanleren door het te beoefenen. Gun je jezelf hierbij een steuntje in de rug? Wat mindfulness ons vervolgens biedt, is ruimte tussen wat ons overkomt en onze reactie daarop. Victor Frankl, die Auschwitz heeft overleefd en neuroloog en psycholoog was, beschreef dit zo: ‘Alles kan een mens ontnomen worden behalve één ding: de laatste menselijke vrijheid. De vrijheid om onder welke omstandigheden dan ook, zijn houding ertegenover te kiezen, om zijn eigen weg te gaan.’ Dus tussen stimulus en respons ligt een ruimte. Daar ligt onze vrijheid. Mindfulness is in staat die ruimte te vergroten, juist bij lastige patronen. Wanneer we ons daarin laten meevoeren, is er juist weinig ruimte. Als we wat afstand kunnen nemen en ernaar kunnen kijken, geeft dat ons vrijheid. Dat is wat we met de beoefening van mindfulness leren. Telkens dat stapje terugdoen. En met het krachtiger worden van die opmerkzaamheidsspier vergroten we de ruimte, vergroten we onze vrijheid, ook in ons dagelijks leven. Mindfulness is dus een heel bijzondere manier om onze innerlijke vrijheid te cultiveren. We worden ons opmerkzaam van onze primaire neigingen. We ontwikkelen het vermogen om ons bewust te zijn van de manier waarop we geneigd zijn te reageren op wat we innerlijk waarnemen. We hoeven het niet leuk te vinden wat we voelen en wat we opmerken, maar we hebben een keuze in hoe we erop reageren. We kiezen dan bewust om ons te verhouden tot onze omstandigheden. Want die omstandigheden kunnen we niet kiezen, maar wel onze reacties. Zo kunnen we onszelf aan onze eigen haren omhoogtrekken uit het moeras waarin we soms zo makkelijk dreigen weg te zakken. En als we dan weer overeind krabbelen, dan ligt alles weer voor ons open. Dan zijn we vrij, ongeacht de omstandigheden waarin we ons bevinden. Om bij de woorden van Jon Kabatt-Zin te blijven: ‘You can’t stop the waves, but you can learn to surf. Kom jij ook leren surfen?
door Martine Folkersma 29 jul., 2021
Mijn eerste lange retraite is een feit. Zeven etmalen in stilte bij Frits Koster in een boeddhistisch klooster. Op het wonderschone platteland van Drenthe. Op een steenworp afstand van de plek waar ik ben opgegroeid. Met gemengde gevoelens stap ik naar binnen. Verlangen om even helemaal af te loggen, maar ook een lichte weerstand tegen wat ik in die stilte zal gaan tegenkomen. Thema van deze week is ‘de vier levensvrienden’. Vier hartkwaliteiten, ontleend aan het boeddhisme: vriendelijkheid, compassie, medevreugde en gelijkmoedigheid. Je kunt ze beoefenen, net als mindfulness. Vooral de laatste zal blijken een grote vriend te zijn bij wat ik tegenkom in deze lange stilte. We leven in een doorlopend dagprogramma van 6 uur ‘s morgens tot half 10 ’s avonds. Dit staat in het teken van afwisselend loop- en zitmeditatie, mindful eten en mindful corvee. We worden geacht geen contact te maken met de andere 17 deelnemers en de wereld buiten het klooster. De enige uitwisseling is een kwartiertje per dag met de begeleiding. Af en toe vraag ik me af of mijn stem het nog zal doen. De eerste dag ervaar ik twijfel: wat valt er nou te leren als er geen blootstelling aan wat dan ook is? Dat duurt niet lang. In de loop van de week kom ik tot de ontdekking dat zo langdurig, open en in stilte mediteren een onverwachte verdieping geeft aan de weg die ik jaren geleden met mindfulness ben ingeslagen. Ik kom op plaatsen waar ik nog niet eerder ben geweest. Langzamerhand ontvouwen zich voor mijn ogen steeds duidelijker mijn eigen patronen. Patronen waarin ik soms zo verstrikt kan raken. Zo ook hier in de stilte. En daar wijzen de vier levensvrienden mij deze week een nieuwe weg. Vanuit vriendelijkheid en compassie echt afstemmen op de vraag: wat zou mij nu behulpzaam kunnen zijn? Vanuit medevreugde dankbaarheid kunnen beoefenen voor alles wat er wel is, in plaats van de camera steeds te richten op waar het knelt. En dan vanuit gelijkmoedigheid, zonder reactiviteit kunnen verblijven daar waar het knelt. Zonder dat het anders hoeft. Vanuit het besef dat lijden inherent is aan mens zijn. Dat dat niet opgelost hoeft te worden. Dat het streven daarnaar een illusie is. Dat ik die ik mag loslaten. Daarin ontmoet ik een innerlijke rust die nieuw voor me is. Niet te worden opgejaagd door het idee dat het anders zou kunnen of moeten zijn. Een diepe acceptatie van dat wat hoort bij mijn levenslot en dat van anderen. Het leven, ons mens zijn voor lief nemen. Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me dat ik dat eigenlijk al lang wist. Al eerder schreef ik een blog met de titel ‘Het is al goed’. Dat is precies wat deze lading dekt. En dat is hoe het gaat met wakker worden uit illusies: het is het herontdekken van dat wat je eigenlijk al wist. Ik las het deze week opnieuw in het Mindfulness Basisboek van Rob Brandsma. Hij schrijft daarin ook over ontwaken. Ik citeer: ‘Het zien van waarheid (…) gaat gepaard met een gevoel van herkenning. Dit is een van de wonderen van opmerkzaamheid: ook al zag je de waarheid niet, je kende hem al wel. Hij was al aanwezig, alleen nog niet bewust. Ik noem dit reeds aanwezige kennen ’diep weten’. Herkenning gaat gepaard met een gevoel van resonantie, van samenvallen. Dit geeft de zoete smaak van ontwaken. Het herkennen valt samen met erkennen, acceptatie, vrede ervaren met het zo-zijn van de ervaring. (…) Het voelt alsof we thuiskomen na een lange reis van afgesneden-zijn.’ (Brandsma R. 2012 p.109-110). Beter kan ik het niet omschrijven: thuisgekomen na een lange reis met vele omzwervingen. En dat in de polder waar ik als kind opgroeide. Ik zal vast nog regelmatig verdwalen in mijn eigen patronen. Maar telkens als ik daaruit wakker word, zal ik de weg naar huis weten te vinden. Dat is de rijkdom van mindfulness. Dankbaar en met gemengde gevoelens stap ik na 7 dagen weer naar buiten. Verlangen naar thuis en naar het echte leven, maar ook een lichte weerstand tegen wat ik daarin ook weer zal gaan tegenkomen. De vier levensvrienden zal ik zeker ook meenemen in de terugkomsessies van mindfulness. Deze sessies bieden bij uitstek gelegenheid om verdieping te geven aan de beoefening van opmerkzaamheid, zoals je die hebt leren ontwikkelen als je de 8-weekse training hebt gevolgd. Je kunt je voor deze sessie inschrijven via https://www.coachencranio.nl/mindfulness#Agenda . P.S. Voor alle eerlijkheid nog een kleine ontboezeming: ook de vriendelijkheid naar mezelf heb ik goed weten te beoefenen. Ik heb halverwege de week ‘stiekem’ toch even met mijn lief gebeld. Een ervaring waar ik heel bewust van heb genoten. Daarmee sloot het dan wel weer naadloos aan op het programma ;-) 
door Martine Folkersma 29 apr., 2021
Terugkomsessie zaterdag 5 juni 'Kwetsbaarheid én Kracht'
Share by: